dinsdag 1 februari 2022

Den Haag- Mijn stad - Malakkastraat en Maria


 Aan het einde van het jaar 2005 verhuisde ik van de Weimarstraat en mijn friturende huisgenoot Arnold, naar een vrij chique wijk in Den Haag. De Archipelbuurt, vlakbij het Vredespaleis. Hier woonden in die tijd veel expats, maar ook veel vermogende Hagenaren. De winkels in de buurt hadden ook dat prijsniveau. Ik kreeg een zolderetage bij Maria in de Malakkastraat. Een goedlachse, meestal vrolijke dame. Ze kon wel flink uit de hoek komen soms met opmerkingen, en was licht bemoeizuchtig. Toen ik de etage betrok, was ik nog single natuurlijk. Met als gevolg dat ik regelmatig in het weekend even Den Haag inging met vriendinnen. Dat vond ze allemaal prima. Maar die keer dat ik wat harder stampte op de trap 's nachts, kreeg ik het de dag erna meteen te horen. Ik moest natuurlijk ook door haar huis lopen op weg naar de zolderetage, dus dat was redelijk awkward soms. Aan haar gehoor mankeerde niets. 

Maria was lid van de Russisch-orthodoxe kerk. Voordat ik bij haar kwam wonen, had ik hier werkelijk nog nooit van gehoord. Maria had een voorliefde voor Rusland, en sprak ook graag Russisch als ze een drankje op had. In de weekends of op zondagen dat ze naar de kerk ging, stond er thuis altijd een fles 'spiritus sanctus' op tafel. Dat was Maria's benaming voor wodka, die ze erg graag dronk. Lust jij ook een glaasje, vroeg ze mij eens toen ik kwam kletsen. Ik werd ruim ingeschonken, en dronk gezellig mee. Het was niet helemaal mijn drankje, maar vooruit. 

Op een goede dag was het orthodox Paasfeest aangebroken. Ik werd uitgenodigd om mee te gaan naar de begraafplaats. Maria's man was omgekomen bij een ongeluk in een riksja ergens in het Verre Oosten, een triest verhaal. Op de begraafplaats werd met een groep kerkleden bloemen gelegd bij zijn graf, maar ook wodka gedronken. Ik ben meegegaan, en sloeg het allemaal met nieuwsgierigheid gade. De drank vloeide rijkelijk en de wierook dampte geurend rond op de prachtige begraafplaats Sint Petrus Banden. Ergens best een mooi tafereel, maar ik kon de vrienden van Maria niet goed verstaan. Thuisgekomen wilde ik de trap oplopen, maar daar lag een vriend van Maria. Hij bracht wat onverstaanbare klanken uit, en rook naar alcohol. Dit hoorde allemaal bij de feestvreugde, zo werd mij verteld. Ik werd er een beetje ongemakkelijk van, en probeerde langs hem omhoog te klauteren naar mijn veilige zolderetage. Het feest ging nog door tot in de kleine uurtjes. Maria was erg gastvrij en schonk iedereen vaak bij. 

Op de zonnige mei-dag dat ik haar huis verliet, trouwde ik met Martijn. Het was 22 mei 2008. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.